Zaterdag 28 juni van Springdale naar Death Valley

28 juni 2014 - Death Valley, California, Verenigde Staten

Zaterdag 28 juni van Springdale naar Death Valley

Na het ontbijt bij ons favoriete ontbijttentje in Springdale, gaan we op naar Death Valley. Een rit van ca. 450 kilometer, zonder stops iets meer dan 4 uur rijden. Het gaat vrij snel omdat we een groot gedeelte via de Interstate rijden.

De weg leidt ons langs Las Vegas waar we gestart zijn twee weken geleden. 2/3 van de reis zit er al weer op. Het lijkt al langer dan twee weken dat we hier zijn. We hebben ook al zoveel gezien en gedaan.

Voordat we Death Valley inrijden tanken we nog even. Het is van belang om voldoende benzine in de tank te hebben omdat er in Death Valley maar een paar mogelijkheden zijn om te tanken en daar is de benzine peperduur. Ook moet je voldoende water bij je hebben. Daarom is het maar goed dat we gisteren bij een supermarkt 3 pakken met 36 flesjes water hebben gekocht. Misschien wat te veel voor de week die we nog hebben, maar je kunt beter wat te veel hebben.

Het tankstation staat in teken van Area 51. Het gebouw is groen geverfd met Aliens op de gevel. Binnen zijn allerlei dingen te koop die te maken hebben met Aliens. Ook hebben ze van die borden waar je je hoofd door kunt steken, zodat je met een Alien op de foto komt. We hebben hier een aantal grappige foto's gemaakt, maar niets gekocht omdat het slechte kwaliteit is.

Nu de tank volzit gaan we op naar Death Valley. Bij het tankstation kijken we nog even op de thermometer. Het is hier 95 graden in de schaduw, 35 graden Celsius. Death Valley is 1 van de warmste plekken op aarde, dus de temperatuur zal ook flink stijgen de laatste kilometers.

Als we Death Valley inrijden valt het vooral op dat het dor een leeg is. We besluiten voordat we naar ons hotel gaan eerst nog Dante's view te bezichtigen, je hebt hier een mooi overzicht over de vallei. Onderweg stijgt de temperatuur, we raken nu al de 108 graden (42 graden). Het weggetje slingert flink omhoog, dus de auto moet goed werken in de hitte. Op een gegeven moment stijgt de motortemperatuur dan ook. Johan zet vlug de airco uit en daarna stabiliseert de temperatuur zich weer.

Boven op hebben we een schitterend overzicht op 'Badwater'. Een zoutmeer wat droog ligt. Het zijn hele bijzondere kleuren. Na wat foto's te hebben genomen, gaan we weer naar beneden. De hele weg naar beneden kan in z'n 'vrij', dus de motor kan bijkomen.

Het is echt een hele droge hitte in Death Valley, het voelt alsof er constant een hele hete föhn op je staat te blazen terwijl je in de brandende zon staat. Het is moeilijk te beschrijven hoe het voelt.

Onze lodge ligt middenin Death Valley, dus we kunnen de gehele dag van deze warmte 'genieten'. We besluiten aan het einde van de middag nog een stukje te rijden in de hoop dat het wat koeler is.

Rond 6 uur zitten we in de auto op weg naar 'Badwater'  en een aantal andere punten. Het is inmiddels nog warmer geworden. De auto meet zelfs 118 graden, 48 graden C. Niet te harden. Ook al rijdend met de rijwind wordt het niet koeler. De zon brand genadeloos en de wind is heet. Johan krijgt zelf een brandplekje op z'n arm door de hitte. Een flesje water dat al wat langer in de auto staat is al helemaal opgewarmd.

Badwater ligt zo'n 850 meter onder zeeniveau. De grond bestaat uit allerlei aaneengeklonken zoutkristallen. Het is een mooi gezicht. Op de terugweg rijden we nog een omweggetje via Artist Drive. Hier is een mooi uitzicht op de rotsen die blauw en groen zijn. Het is een mooi gezicht.

Na dit stukje rijden zijn we zo uitgeteld en bezweet dat we besluiten om een ander uitzichtpunt morgenvroeg te bekijken als het iets koeler is (27 graden).  

Morgen hebben we een rit van 540 kilometer op de planning staan naar Three Rivers.